Een m.e.r.-screening is niet vormvrij en ook in administratief beroep kan worden gevraagd om onvolledige project-m.e.r.-screening te herstellen
In een recent arrest van 16 mei 2024 (RvVb 16 mei 2024, nr. RvVb-A-2324-0729, vzw Bescherm bomen en natuur) heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen geoordeeld dat een m.e.r.-screeningsnota niet vormvrij is, maar moet gebeuren aan de hand van het modelformulier, zoals is bepaald in bijlage 1 bij het Omgevingsvergunningsbesluit (hierna OVB). De inhoud van dit modelformulier komt overeen met de digitale aanvraag via het Omgevingsloket.
De Raad verwees naar artikel 15 OVB, dat bepaalt dat de aanvrager verplicht is om bij het indienen van zijn aanvraag gebruik te maken het modelformulier, opgenomen in bijlage 1 OVB, en de daarin aangewezen addenda uit de addenda-bibliotheek, die zijn opgenomen in bijlage 2 OVB.
Dit modelformulier bevat onder meer de delen ‘Gegevens van de MER-plicht’ en ‘Mogelijke effecten van de aanvraag op de omgeving (mens en milieu)’. In deze delen moet aangegeven worden of de aanvraag betrekking heeft op een project dat vermeld is in een van de bijlagen bij het MER-besluit, wat de effecten zijn van het project en of deze effecten al dan niet aanzienlijk zijn.
Daarom oordeelt de Raad dus ook dat, als een m.e.r.-screeningsnota niet correct en zorgvuldig volgens het modelformulier wordt opgesteld, de aanvraag door de bevoegde overheid in beginsel onvolledig en onontvankelijk moet worden verklaard.
Daaruit volgt echter ook dat, als de relevante delen uit het modelformulier samen met de verplichte addenda correct en zorgvuldig zijn ingevuld, er in principe een volwaardige m.e.r.-screeningsnota is opgesteld en er geen bijkomende documenten moeten worden toegevoegd.
Verder merkt de Raad ook op dat de bevoegde overheid bij het beoordelen van het beroep opnieuw dient na te gaan of de aanvraag volledig en ontvankelijk is. Het hoger beroep heeft immers devolutieve werking. Hierbij kan de bevoegde overheid op basis van artikel 63 OVB ook de project-m.e.r.-screening opnieuw beoordelen. Verder kan ze sinds 23 februari 2024 vragen of toestaan dat de indiener van het aanvraagdossier eventueel vastgestelde onvolledigheden herstelt.
Barbara De Cocker van LDR Advocaten