Van duurzaam parkeerbeleid over slimme verdichting naar deelmobiliteit: mobiliteit op het MER-congres
Op dit MER-congres was mobiliteit goed vertegenwoordigd, met 4 inhoudelijke sessies.
De eerste sessie focuste op deelmobiliteit. Deelmobiliteit gaat over vervoersmiddelen die worden gebruikt door meerdere gebruikers (op verschillende tijdstippen), aangeboden door deelorganisaties/ondernemingen, of private eigenaars. Hierbij denken we aan deelwagens, deelfietsen (incl. cargofietsen, elektrische fietsen…) en micromobiliteit (voornamelijk steps). De aanwezigen werden ondergedompeld in alle mogelijke aanbieders van multimodale deelmobiliteit en de verschillende types deelsystemen. Hoewel het aandeel gebruikers van deelmobiliteit met slechts 2% in Vlaanderen marginaal is, konden toch enkele positieve (verandering in verplaatsingsgedrag met fiets, bus, tram en metro sinds de start van autodelen, minder parkeerdruk, CO2-reductie), maar ook negatieve effecten van deelmobiliteit (overal zijn steps terug te vinden, …) in cijfers worden meegegeven. Er wordt een gevoelige uitbreiding van deelmobiliteit voorzien door de Vervoerregio’s!
Tijdens de tweede sessie - die een vervolg was op één van de mobiliteitssessies van het vorige MER-congres - werden de resultaten van het recent gepubliceerde rapport over Slimme Verdichting toegelicht. Deze studie moet een antwoord zien te geven op de zogenaamde verdichtingsparadox waarbij het MER vaak remmend werkt op (kwaliteitsvolle) verdichtingsprojecten en niet afgestemd is op beleidsdoelstellingen. Ondertussen waren er al duidelijke conclusies en werd inzicht gegeven in een alternatieve aanpak van de effectgroep ‘verkeersgeneratie’ waarbij de nadruk eerder wordt gelegd op aspecten ’nabijheid’ en ‘modal split’. De uitdagingen om deze duurzame aanpak in de praktijk toe te passen werden tijdens en na de toelichting uitgebreid besproken onder de deelnemers.
Tijdens de derde sessie hadden wij de eer om een toelichting te krijgen van de secretaris generaal van het Departement MOW over de Vervoerregio’s, de Regionale Mobiliteitsplannen en de bijhorende strategische plan-MER’s. Tijdens de sessie werd het globale, theoretische verhaal en de huidige stand van zaken op een boeiende en onderhoudende manier gepresenteerd. Als uitdagingen konden we formuleren dat de regionale Mobiliteitsplannen de komende jaren verwezenlijkt moeten worden via concrete acties die werken op de modal en mental shift, alsook het implementeren van nieuwe wegencategorisering en het uitrollen van een netwerk van Hoppinpunten. We kunnen besluiten dat regionaal samenwerken werkt!
De laatste sessie ging over duurzaam parkeerbeleid. In een schaarse ruimte moeten keuzes gemaakt worden. Die schaarse ruimte moet zo goed als mogelijk benut worden. Er bieden zich kansen aan zoals de concepten rond deelmobiliteit, de mobiliteitshubs, mobiliteit als een dienst, het gebruik van eventueel leegstaande garages en een hoogwaardiger openstaand vervoer. Ook zijn er tal van studies en rapportages mogelijk om dergelijke zaken in kaart te brengen. Hierbij denken we aan de MOBER, mobiliteitstoets en de mobiliteitsstudie. Voor een nieuwe parking vanaf 50 parkeerplaatsen is een Mobiliteitstoets aanbevolen. Vanaf 200 parkeerplaatsen is een Mobiliteitsstudie verplicht.
Het is duidelijk dat de aanwezige deskundigen gepassioneerd zijn en enthousiast over hun vak met levendige discussies over de onderwerpen die aan bod kwamen!