Discipline geluid op het MER-congres van VMx

1 oktober 2023
by Sylvie Baert

De reglementering over geluid is 30 jaar oud. Tijdens de sessie over de discipline geluid, verzorgd door Guy Putzeys (erkend geluidsdeskundige), op het MER-congres werd daarom stilgestaan bij de volgende vragen: 

  • Is er een noodzaak tot het hervormen van het hoofdstuk geluid in VLAREM?
  • Wat zijn de knelpunten, onduidelijkheden en welke elementen zijn nog te veel voor interpretatie vatbaar?
  • Waar botsen we tegenaan in de discipline geluid?

 

Wat kunnen we besluiten? Moet de reglementering over geluid in VLAREM en het richtlijnenboek helemaal vernieuwd worden? Nee, maar volgende aanpassingen dringen ze op: 

  • Het onderscheid tussen bestaande en nieuwe inrichting moet opgeheven worden.  Een bedrijf wordt momenteel als nieuw beschouwd als de vergunning van na 1993 is. Dit is achterhaald en zorgt voor ook veel verwarring.  Er is ook een te groot verschil tussen de richtwaarden en de “marge” van 10 dB(A) t.o.v. de grenswaarde die 15 dB(A) lager kan liggen. M.a.w., een aangepast uniform normenkader is nodig.
  • Er moet meer duidelijkheid komen rond bestemmingen volgens het RUP en dit moet afgestemd worden op de geldende normen zoals nu bepaald in VLAREM.
  • Er moet een nieuwe definitie ingevoerd worden voor activiteiten die een beperkt aantal keer per jaar plaatsvinden zoals hakselen op containerparken, breekactiviteiten die sporadisch plaatsvinden, ...
  • Er zijn aanpassingen nodig voor richtwaarden voor LAeq,1s. Momenteel mag die richtwaarde voor het LAeq,1s op geen enkel moment overschreden worden. Maar soms gebeurt dit toch occasioneel door bijvoorbeeld vallend materiaal, sporadisch laden en lossen, ... Eventueel kan men werken met een extra bepaling zoals het aantal overschrijdingen mag niet meer dan een bepaald aantal keer voorkomen.
  • Ook voor de bepalingen specifiek geluid moeten bepaalde zaken aangepast worden. We denken hierbij aan middelingsperiode, meetperiode, windrichting, … Dient altijd enkel beoordeeld te worden bij een wind van bron naar ontvanger. Soms komt een windrichting zeer weinig voor zoals Zuidoost.
  • Enkele definities moeten beter vastgelegd worden in de wetgeving, zoals zuivere toon, wegverkeer op de site, ... Dit is nu niet verankerd in wetgeving.
  • Betreffende de oriëntatiegrafiek en de methodiek hieromtrent moet beter afgebakend worden welke projecten hier wel en welke niet onder vallen. Een pragmatischere aanpak is nodig.
  • De cumulatie m.b.t. windturbines moet beter verankerd worden in VLAREM.
  • Bij studies en MER’s  moet relevante informatie gebruikt worden en moet een juiste interpretatie gebeuren bij overdracht naar andere disciplines.