Huidige watertoetskaart verdwijnt en informatieplicht in het kader van het integraal waterbeleid wordt geoptimaliseerd
Op 30 september 2022 keurde de Vlaamse Regering een aantal ingrijpende wijzigingen principieel goed aan de watertoets, alsook aan de informatieplicht in het kader van het integraal waterbeleid. Vooraleer de wijzigingen in werking kunnen treden, moeten nog diverse stappen worden gezet, maar de krijtlijnen zijn duidelijk: de huidige watertoetskaart verdwijnt en wordt vervangen door een advieskaart en een set van kaarten die de overstromingsgevoelige gebieden weergeven. Deze geactualiseerde kaarten vormen enerzijds de basis voor de informatieplicht in het kader van het integraal waterbeleid en anderzijds dienen zij als objectieve informatiebron voor de watertoets in het kader van plannen en vergunningen.
Op vandaag wordt zowel voor de watertoets als voor de informatieplicht aldus gebruik gemaakt van één kaart met de aanduiding van de mogelijk overstromingsgevoelige gebieden en de effectief overstromingsgevoelige gebieden. De termen “mogelijk” en “effectief” gaven echter vaak aanleiding tot verwarring. Het is nu eenmaal niet zo dat voor de watertoets enkel advies aan de bevoegde waterloopbeheerder moet worden gevraagd wanneer het perceel gelegen is in een effectief overstromingsgevoelig gebied, of omgekeerd dat elk perceel waarover verplicht advies moet worden ingewonnen, overstromingsgevoelig is en niet bebouwd mag worden. Ook bij kopers of huurders van een onroerend goed bestond vaak onduidelijkheid over de precieze overstromingsgevoeligheid van het betrokken perceel.
Om aan deze onduidelijkheid tegemoet te komen, heeft de decreetgever beslist om de watertoetskaart met de verdeling in effectief en mogelijk overstromingsgevoelige gebieden af te schaffen en te vervangen door een set van (drie) kaarten die de overstromingsgevoeligheid van een onroerend goed weergegeven en een advieskaart.
De meest ingrijpende wijziging bestaat erin om niet langer te werken met een onderscheid tussen effectief overstromingsgevoelige gebieden en mogelijk overstromingsgevoelige gebieden. De geactualiseerde kaarten met overstromingsgevoelige gebieden maken daarentegen een onderscheid tussen overstromingen vanuit de zee als gevolg van stormopzet, pluviale overstromingen als gevolg van lokale intense neerslag (bijvoorbeeld tijdens zwaar onweer of bij wolkbreuken) en fluviale overstromingen als gevolg van rivieroverstromingen.
De toepassing van deze nieuwe kaarten heeft dan ook tot gevolg dat een gebied niet langer aangeduid zal worden als een “mogelijk” of “effectief” overstromingsgevoelig gebied. Gebieden zullen in de toekomst een score van A (geen overstromingen gemodelleerd) tot en met D (middelgrote overstromingskans) krijgen, en dit naargelang de overstromingskans bij het huidige klimaat.
Daarbij zal ook steeds een aparte overstromingsscore worden gegeven aan het gebouw en het perceel, zodat het duidelijk is of de overstromingen zich enkel beperken tot een deel van het (lager gelegen) perceel of ook de gebouwen bedreigen. Voor eigenaars en kopers is het nu eenmaal van belang te weten welk deel van hun aankoop onder water kan komen te staan.
De overstromingsgevoeligheid van het gebouw en het perceel zal via een aparte score worden weergegeven in een overstromingsrapport dat via de website www.watertoets.be wordt gegeneerd op basis van de nieuwe set kaarten.
Nu deze kaarten niet continu geactualiseerd kunnen worden, wil de decreetgever bovendien voorzien in een bijkomend systeem waarbij een erkend deskundige een bijkomend attest kan opmaken ter aanvulling van het overstromingsrapport. Een dergelijk attest is geen verplichting, maar kan in bepaalde gevallen toch nuttig (en zelfs aangewezen) zijn om de precieze bron van de overstroming, de overstromingsrisico’s en kans op overstromingsschade bij een woning in te schatten.
De goedgekeurde wijzigingen optimaliseren niet alleen de informatieplicht in het kader van het integraal waterbeleid, maar verfijnen ook de watertoetsprocedure. Op vandaag is het immers vaak onduidelijk of een bepaald project nu wel of niet voor advies moet worden voorgelegd, en zo ja aan welke waterloopbeheerder. De Vlaamse decreetgever voorziet om die reden dan ook in een nieuwe advieskaart die per perceel duidelijk aangeeft of, en aan welke bevoegde waterloopbeheerder(s), er al dan niet een advies moet worden gevraagd bij een plan, een ruimtelijk uitvoeringsplan of een vergunning. Het betreft dus een louter een administratieve kaart die de adviesinstanties aangeeft, zonder dat deze advieskaart iets zegt over de overstromingskans van een perceel.
Voor alle duidelijkheid houden de aangepaste kaarten en het daarop gebaseerde advies, net zoals onder de vorige regelgeving, geen voorafname in op de eventuele vergunbaarheid van een project. De kaarten zijn daarentegen wel ondersteunend en informatief voor de watertoets en/of de informatieplicht.
De wijzigingen zijn intussen principieel goedgekeurd. Op de volledige uitvoering ervan is het nog even wachten. De wijzigingen aan de watertoets, de advieskaart en de kaarten van overstromingsgevoelige gebieden vereisen immers nog tal van aanpassingen aan verschillende uitvoeringsbesluiten, alsook aan het loket www.watertoets.be en het geoloket van de watertoets op www.waterinfo.be, waarop de verschillende kaarten raadpleegbaar zullen zijn. Het streefdoel is om de wijzigingen in werking te laten treden op 1 januari 2023.
Brond: Fien De Corte, LDR Advocaten
Relevante wetgeving:
Decreet van 24 juni 2022 tot wijziging van diverse bepalingen in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het decreet van 18 juli 2033 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, BS 16 september 2022, 67.491.