Gevaarlijke stoffen in de organisatie
Enkele belangrijke aandachtspunten:
- De definities gevaarlijke producten, ontvlambare vloeistoffen, brandbare vloeistoffen, … verschillen van elkaar in de wetgeving voor preventieadviseurs en milieucoördinatoren! Zeker als je beide petjes draagt in de organisatie is het belangrijk dat je de wetgeving voor zowel preventie als milieu bekijkt!
- ADR-pictogrammen hebben voorrang op de CLP-pictogrammen. Als er een CLP-gevaarpictogram op de buitenverpakking overeenkomt met hetzelfde gevaar zoals beschreven in de ADR-transportregels mag het CLP-pictogram weggelaten worden.
- Een degelijke aankoopprocedure is belangrijk. Zo maak je afspraken over hoe producten binnenkomen in de organisatie. Milieucoördinatoren maar ook preventieadviseurs moeten ingeschakeld worden om de producten die worden aangekocht te beoordelen. Tip: Maak een duidelijk aanvraagdocument voor de aankoop van nieuwe producten.
- Tip: werk met lijsten. Op de zwarte lijst staan producten die niet gebruikt worden in het bedrijf. De grijze lijst is voor producten die we liever niet in het bedrijf hebben maar we gebruiken ze toch omdat er geen alternatief is.
- Als je advies geeft over nieuwe producten die de organisatie zouden binnenkomen volgens de afgesproken aankoopprocedure, heb je gegevens nodig over de producten: vraag hiervoor de SDS op van het product en de technische fiche! Check de SDS-en steeds op hun wettelijkheid. Tip: Waar komen de SDS-en binnen en stromen deze door naar de juiste personen binnen de organisatie? Leg dit vast zodat ze zeker bij de milieucoördinator, preventieadviseur, bedrijfsarts terecht komen. Deze geven elk deeladviezen, als één van de drie personen afkeurt wordt het product afgekeurd!
- Tip: houd de datum van de SDS bij en de datum waarop de SDS het bedrijf binnenkomt. Een SDS mag liefst maximaal 3 jaar oud zijn. Wanneer opgemerkt wordt dat een SDS ouder is dan 3 jaar, wordt eerst gecheckt of het product nog gebruikt wordt in het bedrijf. Periodiek kan aan de leverancier gevraagd worden een nieuwe actuele SDS te bezorgen over de geleverde stoffen, indien er geen nieuwe updates binnenkomen.
- Ook moet je weten waar het product zal gebruikt worden en hoe het zal opgeslagen worden in de organisatie: soort verpakking en grootte van de verpakking, afdeling, opslagplaats, hoeveelheden, werkomstandigheden, … Dit moet ook toegevoegd worden aan de omgevingsvergunning. Daarom is een goede inventarisatie belangrijk. Seveso-bedrijven moeten aan milieu-inspectie kunnen aantonen hoeveel producten er op vandaag aanwezig zijn. Tip: werk met barcodes en vraag aan IT om te programmeren. Zo krijg je een dynamische inventaris i.p.v. een statische inventaris.
- Komt er nieuw product binnen? Stel een veiligheidsinstructiekaart over dit product op voor de mensen die ermee moeten werken.
- Is de gevaarlijke stof een biocide? Sta hier bij stil want dit brengt enkele bijkomende voorwaarden met zich mee.
- Ext-SDS is de bijlage van de SDS. Deze bevat bijkomende informatie en voorwaarden. Deze voorwaarden kunnen naar de mens of naar het milieu toe zijn en zullen moeten afgetoetst worden. Opgelet, sommige leveranciers plaatsen enkel een link naar de bijlage in de SDS! Voor de controle van de voorwaarden zijn er deadlines: houd deze in de gaten. Bovendien is er een verplichting om alle informatie ihkv REACH gedurende 10 jaar bij te houden nadat de aangekochte stof of mengsel voor het laatst werd gebruikt in de organisatie.
- Gevaarlijke producten moeten op een goede manier opgeslaan worden. Hierbij horen verschillende verplichtingen: register gevaarlijke producten, diverse eenmalige en periodieke keuringen van tanks, inkuipingen en afstandsregels. Sommige producten moeten gescheiden opgeslagen worden volgens hun reactiviteit met andere producten. Tip: Kies niet voor lekbakken met kraantjes.
Op 7 september vond de online infosessie plaats over gevaarlijke stoffen in de organisatie. Nicole Otten verzorgde de toelichting voor maar liefst 63 deelnemers!