Wijziging energetische keuring airco's en verwarmingsaudit stookinstallaties

11 mei 2021
by Sylvie Baert

Op 8 januari 2021 keurde de Vlaamse Regering het besluit tot wijziging van diverse besluiten over leefmilieu goed betreffende de energieprestatie van gebouwen en energie-efficiëntie. Dit besluit betreft een wijziging van de keuringsfrequentie van de energetische keuring van airco’s en het toepassingsgebied van de verwarmingsaudit. Dit besluit is op 25 februari 2021 in het Belgisch Staatsblad verschenen en ging in voege op 7 maart 2021. Het ministerieel besluit van 10 februari 2011 tot vastlegging van de frequentie en de elementen van de keuring van airconditioningsystemen met een nominaal koelvermogen van meer dan 12 kW in gebouwen wordt opgeheven.

Energetische keuring airco's

De tekst van artikel 5.16.3.3, §3, 4° van VLAREM II over de airco-energiekeuring werd uitgebreid met gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen door wijziging van de definitie van ‘nominaal koelvermogen’. De referentie naar de standaardvoorwaarden van de norm EN 14511-2 werd verwijderd en het is de fabrikant die het nominale koelvermogen dient aan te geven rekening houdend met een continu verbruik en het nuttig rendement van de installatie.

De airco-energiekeuring bevat vandaag al bepaalde aspecten over het ventilatiesysteem. Daarnaast wordt de keuringsfrequentie vereenvoudigd naar vijfjaarlijks voor alle systemen, ongeacht het nominaal koelvermogen (maar wel vanaf 12 kW koelvermogen op gebouwniveau). In voorkomend geval moet de beoordeling van het airconditioningsysteem rekening houden met de typische of gemiddelde werkingsomstandigheden. Een nieuw airconditioningsysteem of gecombineerd airconditionings- en ventilatiesysteem moet een eerste keer gekeurd worden binnen de 12 maanden na inbedrijfstelling.

De exploitant bezorgt een duplicaat van het keuringsverslag aan de eigenaar van het gebouw. De exploitant en de eigenaar van het gebouw houden het keuringsverslag ten minste vijf jaar ter beschikking van de toezichthouder.

De keuring is niet verplicht voor:

  • airconditioningsystemen die onder een energieprestatiecriterium of een contractuele regeling vallen waarin een overeengekomen niveau van energie-efficiëntieverbetering is vermeld, zoals energieprestatiecontracten;
  • airconditioningsystemen die worden beheerd door een nutsbedrijf- of een netwerkexploitant en daarom aan prestatiemonitoringsmaatregelen aan de systeemzijde zijn onderworpen;
  • niet-residentiële gebouwen met één of meer airconditioningsystemen of gecombineerde airconditionings- en ventilatiesystemen die voorzien zijn van gebouwautomatiserings- en controlesystemen als vermeld in artikel 11.1/1.2 van het Energiedecreet van 8 mei 2009.  Bovendien moet in dit laatste geval deze gebouwautomatisering- en controlesystemen aangebracht zijn uiterlijk op 31 december 2025 als het nominaal vermogen meer is dan 290 kW.

Het gebouwautomatisering- en controlesysteem moet voldoen aan volgende eisen:

  • Het energieverbruik permanent controleren, bijhouden, analyseren en de bijsturing ervan mogelijk maken.
  • De energie-efficiëntie van het gebouw toetsen, rendementsverliezen van technische bouwsystemen opsporen, en de persoon die verantwoordelijk is voor het beheer van de voorzieningen of de technische installaties, informeren over de mogelijkheden om de energie-efficiëntie te verbeteren.
  • Communicatie met verbonden technische bouwsystemen en andere apparaten in het gebouw mogelijk maken, en interoperabel zijn met technische bouwsystemen van verschillende soorten eigendomstechnologieën, toestellen en fabrikanten.

De nieuwe bijlage 5.16.8. beschrijft de elementen die de keuring van een airconditioningsystemen en gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen omvat:

1° een controle van de documentatie;

2° een visuele inspectie van het systeem;

3° een beoordeling van het correct gebruik;

4° een controle van een aantal werkingsparameters van het systeem.

De keuring wordt uitgevoerd door een erkende airco-energiedeskundige aan de hand van de informaticatoepassing die ter beschikking wordt gesteld op de website van de Vlaamse overheid.

In het VLAREL werden in een aantal artikels de toevoeging van de “gecombineerde airconditioning- en ventilatiesystemen” doorgevoerd, ook bij de definitie en het certificaat van bekwaamheid en bijscholing van de airco-energiedeskundige. Verder werd ook bijlage XXIII van het Milieuhandhavingsbesluit in die zin aangepast (“bijzondere gebruikseisen voor de deskundige” en “bijzondere gebruikseisen voor de opleidingscentra”).

Centrale stooktoestellen

De verwarmingsaudit, nu ook van toepassing voor gecombineerde verwarmings- en ventilatiesystemen, blijft vereist vanaf een nominaal vermogen van 20kW. De bestaande invulling voor de verwarmingsaudit wordt behouden. De keuringsfrequentie blijft ongewijzigd. Het besluit voorziet wel in analogie vrijstellingen als voor de airco-energiekeuring. In voorkomend geval moet de verwarmingsaudit ook rekening houden met de typische of gemiddelde werkingsomstandigheden van het centrale stooktoestel.

Dit werd besproken op de werkgroep voor interne milieucoördinatoren op 6 mei:

  • Beide zijn audits/keuringen die periodiek moeten plaatsvinden. Aan de adviezen zijn geen verplichtingen verbonden. De kostprijs bedraagt rond de 1000 €.
  • Er kunnen wel nuttige bevindingen uitkomen die economisch interessant zijn voor de bedrijven:  
    • Zo gaat men soms rond met een infraroodcamera en kijkt men na of de verlichtingsarmaturen niet te dicht staan bij de airco-unit.
    • Ook is het plaatsen van een meter op de verschillende airco-units nuttig om het daadwerkelijk verbruik te weten dat vaak veel hoger is dan wat in theorie wordt verwacht.
  • Er zijn grote kwaliteitsverschillen op te merken bij energetische keuringen. 
  • De erkende technici voeren de gegevens van de audit in in een softwaresysteem van de overheid. De overheid verzamelt zo gegevens over vermogens, … en rapporteert hierover naar Europa.
  • Het aantal energieverplichtingen valt mee.
    • Energiemetingen: koelinstallaties op gebouwniveau om de 5 jaar (Vlarem 2, hoofdstuk 16 met verwijzing naar ministerieel besluit);
    • Centrale stooktoestellen (KB verwarmingsaudit);
    • Energieaudit, afhankelijk van totaal energieverbruik (Vlarem 2, energie);
    • Persluchtcompressoren, afhankelijk van de inhoud van het persluchtvat.