Decreet Gemeentewegen in werking
Dit decreet voorziet één juridisch statuut voor alle openbare wegen in beheer van de gemeente, wat op vlak van procedures en handhaving een vereenvoudiging met zich moet meebrengen. Het onderscheid tussen gewone gemeentelijke wegen en buurtwegen verdwijnt dus en het Decreet Gemeentewegen heft de oude wet van 10 april 1841 op de buurtwegen dan ook op.
Aan de gemeenten wordt in het Decreet Gemeentewegen een grotere rol toebedeeld.
- Zo heeft de gemeenteraad de exclusieve bevoegdheid om te beslissen over de aanleg, wijziging, verplaatsen of opheffing van gemeentewegen. Daarmee komt aan de beslissingsbevoegdheid van de provincie m.b.t. buurtwegen en rooilijnplannen een einde: de provincie heeft daarover enkel nog een adviesbevoegdheid.
- Daarnaast kunnen de gemeenten hun visie op gemeentewegen en zachte mobiliteit vastleggen in een beleidskader en concrete actieplannen opstellen voor de uitvoering ervan.
- De gemeenten moeten ook een gemeentewegenregister opmaken waarin alle bestaande en toekomstige administratieve en gerechtelijke beslissingen over gemeentewegen bijgehouden worden. Dit register vervangt op termijn de Atlas der buurtwegen.
- Tot slot kunnen de gemeenten een reglement opmaken over de toegang, het gebruik en het beheer van gemeentewegen en krijgen ze meer slagkracht om handhavend op te treden (o.a. herstelmaatregelen, bestuurlijke dwangsom en via GAS-boetes).
Vroeger konden buurt- en voetwegen verjaren ook wanneer ze 30 jaar niet gebruikt werden. Nu stelt het decreet uitdrukkelijk dat gemeentewegen enkel nog opgeheven kunnen worden door een beslissing van de gemeenteraad, waardoor de verjaring van gemeentewegen door niet-gebruik verdwijnt.
Frederick HALLEIN - LDR Advocaten